Naastenliefde

Één van de dingen waar ik altijd van onder de indruk raak in Haïti is hoe een buurtschap hier kan samenkomen. Noaberschap, nabuurschap. De definitie is “een sociale verhouding binnen een kleine, vaak boeren-, gemeenschap: de noabers ofwel buren (in een ruime zin des woords) bij staan met raad en daad indien dat nodig is”. Bij ziekte zie ik hier mooie voorbeelden van hoe soms een goede buur meer bereid is of in staat is om te helpen dan verre familie.

Merline is een vrouw van 28 met twee kinderen. Ze heeft een tijdje wat vage klachten en op een dag begint haar buik groot te worden en moet ze constant overgeven. Ze gaat naar het staatsziekenhuis en daar zegt de dokter dat haar darmen geblokkeerd zijn en ze heeft een operatie nodig in een ander ziekenhuis in La Pointe. De familie kan de kosten niet betalen en besluit om naar huis te gaan. Na 10 dagen is Merline erg slecht en men gaat met haar naar de toverdokter. Blijkbaar is daar wel geld voor te vinden…

De toverdokter ziet haar en stuurt haar meteen weer naar huis. Geen eer aan te behalen, denkt hij blijkbaar. Onderweg naar huis wordt Merline op de motor ernstig onwel en men denkt dat ze is overleden. Men krijgt hulp van de buurtschap waar ze op dat moment zijn en na een tijdje komt Merline bij. De mensen daar zeggen dat de familie met Merline naar Passe Catabois moet gaan. Het heeft een aantal dagen geregend, de wegen zijn modderig en op dat moment begint het weer flink te regenen. Merline is niet in staat om verder te gaan op de motor. Een bed wordt geregeld en alle mensen van dat buurtschap helpen om Merline naar het ziekenhuis te dragen. Door de modder en door de hoge rivier met een bed voor een persoon die je niet kent. Bewonderingswaardig.

Ik zit thuis en hoor tijdens een regenbui het bekende geklangel en gezang van een bed dat eraan komt. De Haitiaanse ambulance voor als geld en mogelijkheid voor een motor of auto ontbreekt. Om de moed en ritme te houden in het lopen slaat men op ijzer en plastic drums, blaast op een hoorn en er wordt gezongen. En vaak ook stevig alcohol gedronken. Als ik aankom is het terrein van het ziekenhuis vol met mensen. Het duurt even voor ik in de gaten heb wie er familie is van Merline en wie willekeurige beddrager. Dat er een groot aantal mannen dronken zijn helpt me ook niet.

Als ik Merline consulteer is mijn verdenking dat zij een vergevorderde darmafsluiting heeft. Ik kan buiten symptoombestrijding niets voor haar doen en ik vraag me af of ze inmiddels niet veel te slecht is voor een operatie in La Pointe. Als ik met Merline en haar moeder praat duurt het even voordat ze het volledige verhaal vertellen en toegeven dat ze dat al wisten. Dat ze dat al 10 dagen wisten.
Door de harde regen en hoge rivier is er geen optie om alsnog die dag naar La Pointe te gaan. Men lijkt mijn slechtnieuws-gesprek te begrijpen en we besluiten dat Merline blijft en de dag erna zien we hoe we verder gaan.

De dag erna is er een klein zonnetje en het niveau van de rivier is gedaald. Merline wil naar huis. Met de medicijnen die ik haar heb gegeven is haar pijn een stuk minder en ze heeft die nacht wat kunnen slapen. Ik denk dat ze beseft hoe ernstig ziek ze is en sta haar naar huis gaan niet in de weg. Door de slechte wegen is transport een probleem en moeder regelt dat hun buren komen zodat Merline met een bed naar huis kan gaan. En men komt. Met groot kabaal en gezang, ze zijn van verre te horen. De Haitiaanse ambulance. Buren met een bed. Uren door de modder lopen en weten dat je diezelfde weg weer terug moet. Met een zieke op een bed. Nabuurschap. Naastenliefde met rubberlaarzen aan. Merline overlijdt de dag erna. Thuis.